Julius Blüthner
Meubelmaker Julius Blüthner uit Falkeheim, Duitsland richtte in 1853 zijn eigen pianobedrijfje op: Pianofortefabrik Blüthner. Ondanks een lastige start met weinig kapitaal werden zijn eerste piano’s in 1854 meteen al goed ontvangen op de Industriële Tentoonstelling in München, wat een order van het conservatorium in Leipzig opleverde. Al gauw stond Blüthner algemeen bekend als bouwer van vleugels van hoge kwaliteit. Vanaf 1864 maakt Blüthner ook staande piano’s en verhuisde naar Leipzig om een gebouw te vinden dat het snel gegroeide bedrijf kon huisvesten. Tegen het einde van de 19de eeuw had Blüthner al 50.000 instrumenten geproduceerd die allemaal persoonlijk door Julius Blüthner werden geïnspecteerd alvorens de fabriek te verlaten. In 1910 werd het bedrijf overgenomen door de drie zonen van Julius, Max, Robert en Bruno.
Helaas kreeg Blüthner het in de oorlogen zwaar te verduren, de fabriek werd volledig verwoest tijdens een luchtbombardement. Na de Tweede Wereldoorlog mocht Blüthner enkel produceren onder toezicht van de Oost-Duitse regering. Vanaf 1989 kon Blüthner gelukkig weer het gehele productie- en ontwikkelingsprocess in eigen handen nemen.
Nog altijd worden de hoogwaardige Blüthner piano’s en vleugels gebouwd in Leipzig, nu onder toezicht van de achter-achterkleinzoon van Julius.